Kenta’s XC-tips: Lichaamshouding
In de tweede video van onze reeks toont Kenta Gallagher, technisch coach van Cannondale Factory Racing en voormalig professional in het cross-country en downhill, hoe je je lichaam moet verhouden tot je fiets.
Er is geen cheatcode voor de juiste lichaamshouding in het mountainbiken: het is een onmisbare vaardigheid die je eenvoudigweg moet leren. Gelukkig hebben we de juiste man om ons erbij te helpen.
Kenta Gallagher is voormalig professional in het XC- en downhillracen en momenteel technisch coach bij het Cannondale Factory Racing mountainbiketeam - juist ja, het team dat momenteel te boek staat als het snelste in de UCI World Cup. Spits dus je oren.
De fysieke verhouding tussen je fiets en jezelf verandert voortdurend op de trail. Hoe, wanneer en waar je jezelf positioneert hangt af van de sectie die je rijdt, je snelheid en waar je naartoe gaat. Kenta licht het toe.
Coach Kenta's XC-tips
1. In het zadel
Je brengt je rit grotendeels door gezeten op het zadel. De meeste zadels zijn eerder vlak zodat je naar voor of achter kunt schuiven, naargelang de situatie. Lange afdaling? Kruip naar achter. Steile beklimming? Ga ietsje naar voor. Vlak en gestaag? Dan is de ‘gewone’ middelste positie prima.
2. Rechtopstaand
Als je op de pedalen gaat staan, is dat vaak om kortstondig meer kracht te ontwikkelen. Dat helpt op een korte, steile beklimming of na een bocht die de snelheid eruit heeft gehaald. Recht op de pedalen fietsen is minder efficiënt dan zittend omdat je meer spieren gebruikt. Niet slim dus om dat lang te blijven doen. Maar als je even het wiel kwijt bent of iemand wilt lossen, is het een prima optie.
3. Bochten
Bochten heb je in alle vormen en maten. Elke bocht vraagt een iets andere aanpak, maar Kenta gebruikt het vaakst de ‘flat turn’-techniek. Je gaat ietsje van het zadel (je zit niet maar staat ook niet volledig recht) en verplaatst je gewicht naar achter terwijl je armen nog licht gebogen blijven. Zitten je ellebogen op slot, dan ben je te ver naar achter gegaan. Ga daarna de bocht in met het buitenste pedaal op 6 uur. Zo blijft je zwaartepunt laag en in het midden tussen de wielassen. Dan leun je de fiets - niet jezelf - de bocht in.
Als je geen vlakke bocht neemt maar een berm ziet waar je tegenaan kunt drukken, zet de pedalen dan gelijk. Zo blijf je beter in balans terwijl je samen met de fiets leunt (in tegenstelling tot een vlakke bocht, waar vooral de fiets leunt). Zo houd je de snelheid hoog, kun je focussen op de rijlijn en kom je met maximale vaart uit de bocht.
Conclusie
Net als bij de meeste mountainbikevaardigheden is praten over lichaamshouding slechts een deel van de puzzel. Er zit niets anders op dan het zelf ondervinden. Ga dus op zoek naar trails waar je Kenta’s advies kunt uitproberen en leer hoe je je lichaam verhoudt tot je fiets. Na verloop van tijd gaat het natuurlijk aanvoelen en zal je sneller gaan.